bijenvereniging bakel
  • klaverbloem2
  • bij
  • bij2
  • klaverbloem
  • bij3
  • bloem
  • bij4
  • bloem2
bijenvereniging bakel

Honing

De grondstof waaruit honing voortkomt is nectar. 
Dit is een zoet voedingssap van bloemen of planten dat afgescheiden wordt door nectariën. 
De bijen (haalbijen) worden door dit zoete sap aangelokt en zuigen hun honingmaagje vol nectar en voegen er tijdens het opzuigen speeksel aan toe en enzymsappen uit de kopklieren. 
Tijdens de doorgang naar de honingmaag neemt de nectar nog enzymen op waardoor dubbele suikers reeds gedeeltelijk tot enkelvoudige suikers worden afgebroken en worden stuifmeelkorrels de toegang geblokkeerd door een maagportier. 
Met een vol honingmaagje van zo'n 50 mikroliter keert de bij terug naar haar bijenvolk. In de bijenwoning geeft de haalbij de nectar over aan een huisbij of in veel gevallen doet zij de nectar in de eerste de beste lege cel die zij vindt. 
De nectar wordt uit de honingmaag teruggeperst naar de zuigsnuit via de slokdarm. De huisbij brengt de nectar naar de cellen en pompt druppeltje per druppeltje in de cel waardoor een deel van het overtollige water uit de nectar reeds verdampt. 
De suikerconcentratie bedraagt op dat ogenblik 50 tot 60%. Door jonge bijen wordt de nectar nog meerdere keren verplaatst. 
Daarna gaan de bijen de nectar op een definitieve plaats stapelen in de cellen en gaat het indikken van de nectar verder door het verdampen van overtollig vocht door ventilatietechnieken van de werksters. Lees meer...

Als de cellen volledig gevuld zijn en alle overtollig vocht uitgeventileerd is, wordt de cel verzegeld met een dun wasdekseltje en heeft de honing nu een suikerconcentratie van ongeveer 80% waarvan ongeveer 77% enkelvoudige suikers die onmiddellijk en volledig door het bloed worden opgenomen. Door zo'n hoog suikergehalte is bederf zo goed als uitgesloten en kan de honing lange tijd bewaard worden.
Er zijn vele honingsoorten, met ieder een eigen smaak en kleur, naargelang de soorten bloemen die de nectar leverden aan de haalbijen. 
In onze streken zijn, behalve koolzaadhoning, honing van monoculturen zeer zelden, wel kunnen we spreken van voorjaars-, zomer- en najaarshoning.

 

De samenstelling van honing:
100 gram honing bevat ongeveer 322 calorieën.
77% zijn enkelvoudige suikers en verder Sacharose, mierenzuur, appelzuur.
vitaminen: A, B1 (Thiamine), B2 complex ( Riboflavine, Nicotinezuur), B6 (Pyridoxine, Panthoteenzuur, Foliumzuur), B12, C (ascorbinezuur), 0, E, en H (biotine).
mineralen: Calcium, Chloor, Koper, Jodium, Ijzer, Magnesium. Mangaan, Fosfor, Kalium, Natrium, en Zink.
en uiteraard stuifmeel.
Honing is dus een volwaardig voedingsproduct.